Home

Fotografe Trui Hanoulle en journaliste Isha Van Alsenoy schetsen in een reportage hun persoonlijke indrukken van Armenië, een land dat amper op de radar verschijnt. Samen met journaliste Karin Grigoryan trokken ze naar het zuiden van Armenië en naar Nagorno-Karabach. Hun verdict is hard: Armenië is een hypertraditionele regio, waar aartsconservatieve politici optreden tegen alles wat ruikt naar vernieuwing en emancipatie. De lokale cultuur botst met normen en waarden zoals openheid en vrije meningsuiting.

Link naar het artikel

Ik ben Vahe’. Dat droegen betogers mee op spandoeken na de dood van Vahe Avetyan, een dokter die eerst door een ober en daarna door de veiligheidsagenten van een restaurant ineen werd geslagen omdat hij tecasual was gekleed. Twaalf dagen later overleed hij aan zijn verwondingen. Het restaurant was eigendom van parlementslid en voorzitter van de voetbalfederatie Ruben Hayrapetyan. De mensen kwamen op straat. De dood van de dokter was de druppel die de emmer deed overlopen. Het was immers niet het eerste incident met veiligheidsagenten die banden hebben met parlementairen en die zich gewelddadig gedragen tegenover burgers. De gebeurtenissen speelden zich af in juni van dit jaar en illustreren de benepen sfeer in Armenië.

WEGEN MET PUTTEN

Armenië is het zuidelijkste land van de Kaukasus. De hoofdwegen werden geasfalteerd. Ooit. Ondertussen zijn ze in elke mogelijke staat; vernieuwd, oud, stenig, weggewassen door regenval of harde winters en in enkele gevallen, gewoon weg. Stenen die met zorg rond de gaten worden gelegd, waarschuwen de chauffeurs. “If only not this road”, zei de Armeense Karin als ze zich druk maakte over de toestand van de weg. De staat van het wegennet illustreert de bizarre beleidskeuzes die Armenië maakt, alsof de bewindvoerders zelf niet weten of ze gaan voor vernieuwing of voor behoud van het oude.

De Armeense regering houdt de banden met Rusland nauw, uit noodzaak. Van de vier natuurlijke buurlanden, die in deze tijden van snelle veranderingen, internationale handel en sputterende economieën bondgenoten zouden moeten zijn, worden twee aartsvijanden genoemd. De grenzen met Turkije en Azerbeidzjan zijn gesloten, respectievelijk omwille van de door Turkije nog steeds niet-erkende genocide van 1915 en omwille van de oorlog om Nagorno-Karabach 20 jaar geleden. Met Turkije wordt af en toe onderhandeld; met Azerbeidzjan wordt elk contact radicaal in de kiem gesmoord.

De grens met Iran in het zuiden is wel open. Zwaar geladen vrachtwagens rijden traag het land binnen, over de ontelbare haarspeldbochten, naar de hoofdstad. Op de terugreis zijn de trucks leeg. ‘Niets aan te geven aan de grens’. Je hoeft geen economie te hebben gestudeerd om te weten dat dit geen gezonde situatie is.

TOERISME

‘WANNEER IK IETS NODIG HEB VOOR HET DORP, VRAAG IK HET GEWOON AAN DE REGERING. VOORLOPIG HEB IK ALLES AL GEKREGEN; MEN LIJKT MIJ TE MOGEN’

“De watermeloenen zijn goed dit jaar”, zei hij. Hij lijkt erg vriendelijk, zeker wanneer hij glimlacht. De burgemeester van Ishkhanasar zorgt voor bijen en schapen, en ook voor ‘zijn’ klein dorp in de bergen. “Wanneer ik iets nodig heb voor het dorp, vraag ik het gewoon aan de regering. Voorlopig heb ik alles al gekregen; men lijkt mij te mogen.” Van reglementeringen of papierwerk heeft de zestiger geen last. “Als ik opnieuw verkozen wordt, overweeg ik om een hotel te bouwen, dat zal goed zijn voor het toerisme.” Zijn dorp is de uitvalsbasis om eeuwenoude petrogliefen te bezoeken, op een hoogte van 3.300 meter. Voorlopig legt hij de liefhebbers van voorhistorische rotstekeningen te slapen in zijn woonkamer.

De petrogliefen, naar schatting 4.000 à 7.000 jaar oud, trekken kenners en nieuwsgierigen aan. Maar veel toerisme is er niet. Armenië wordt vooral bezocht door de ‘Armenen in de diaspora’, gezinnen die die in de loop van de geschiedenis het land hebben verlaten. Volgens officiële cijfers wonen bijna 3 miljoen Armenen in de republiek; wereldwijd zijn er 8 miljoen Armenen, vooral in Rusland, de Verenigde Staten en Frankrijk. ’s Zomers maken ‘buitenlandse’ jonge Armenen per tourbus een reis naar het ‘moederland’ om de belangrijkste toeristische trekpleisters op een drafje te komen bezoeken. Deze jeugd is vaak goed bemiddeld en hun komst brengt inkomsten mee, maar jaagt de prijzen voor lokale Armenen de hoogte in. Het huren van een vakantiehuisje in de buurt van het Sevanmeer is voor hen onbetaalbaar.

DAGUITSTAP NAAR DE KERK

Het bezoeken van de grote abdijen, de meest bekende toeristische attracties, is wel gratis. Khor Virap, Tatev en Noravank zijn de bekendste. Enkel de eerste twee zijn op de UNESCO-Werelderfgoedlijst beland. Noravank niet, daar hadden de restaurateurs de verkeerde cement gebruikt. Maar ze zijn elkaar waard. Erg mooie en spectaculaire locaties, intieme gebouwen die waardigheid uitstralen en doordrongen zijn van geschiedenis. Ze worden druk bezocht door de Armenen; devotie en geloof zijn nadrukkelijk aanwezig, de verkoop van de kaarsen een onderdeel van het hele gebeuren.

Opvallend voor een christelijk land is dat de kerken niet gebouwd zijn in het centrum van steden of dorpen, of langs een hoofdweg. Ze staan hoog in de bergen. Gelovigen die op zondag een dienst willen bijwonen, moeten er een daguitstap van maken. Dat ze zo hoog gebouwd werden, had verschillende redenen. Om te beginnen zit er een zekere symboliek achter: om tot bij God te geraken, moet je moeite doen. Ten tweede is er ook het feit dat de christelijke apostolische kerk zich wilde verbergen voor andere religies in de omgeving, zoals de islam. Sommige kerken zijn opgetrokken uit dezelfde steen als de rotsen waarop ze rusten. Gecamoufleerd. Als je niet wist dat ze er stonden, reed je ze zo voorbij.

ARMEENSE DIASPORA

Het juiste inwonersaantal van Armenië is onduidelijk. Officieel zou het 2.900.000 zijn, maar volgens onze bronnen trekken maandelijks bijna 10.000 inwoners weg. De Armeense diaspora gaat onverbiddelijk voort. De lokroep om het moederland te verlaten, klinkt luid omwille van de negatieve sfeer. In mei 2012 werd bijvoorbeeld brand gesticht in de progressieve bar DIY (Do It Yourself) in Yerevan. Deze bar werd uitgebaat door riot girl en queer activiste Tsomak Oga, en was een verzamelplaats geworden voor andersdenkenden in de hoofdstad. Tsomak werd in de media herhaaldelijk opgevoerd als het gezicht van ‘progressief Armenië’. Haar situatie werd onhoudbaar en ze liep risico’s, ook al stond de wet aan haar kant. Ondertussen emigreerde ze naar Europa. DIY blijft gesloten. De daders, herkend op bewakingsvideo’s, werden vrijgekocht door een parlementslid. Conservatief Armenië kan weer op beide oren slapen. En net als Tsomak verlaten steeds meer mensen het land.

JONGGEHUWDEN KRIJGEN VOOR ELKE BABY TUSSEN 190 EN 1.350 EURO

Een zo sterk teruglopend inwonersaantal is nefast voor de toekomst van een land. In Nagorno-Karabach heeft de regering er iets op gevonden. In 2008 startte het Departement voor Sociale Zekerheid met een ‘geboorte-aanmoedigingsprogramma’. Dit houdt in dat jonggehuwden aanmoedigingspremies krijgen voor elke baby. In de streek waar het werkloosheidscijfer torenhoog is, krijgen koppels uitkeringen tussen 190 euro en 1.350 euro bij de geboorte van hun kinderen. Gezinnen met zes kinderen onder de 18 krijgen een huis van de overheid. Het gemiddelde maandelijks salaris in de regio is 35 euro.

VERWOEST DOOR OORLOG

In Shushi, een stad in het betwiste gebied Nagorno-Karabach, is de oorlog van 1991-1994 nog erg zichtbaar. Kapotgeschoten gebouwen uit de weg ruimen, is te duur en het land is goedkoop. Eerder dan een visueel aantrekkelijke oplossing te zoeken, bouwt men gewoon een nieuw gebouw naast de ruïne. Er lopen opvallend veel kinderen en zwangere vrouwen rond. De kinderen spelen tussen de ruïnes. Wat wordt van deze generatie? Welke mensen trek je aan met een beleid als het ‘geboorte-aanmoedigingsprogramma’? Wat gebeurt met de moraal van deze kinderen, eens ze oud genoeg zijn om te beseffen waarom ze net daar geboren zijn? Dat hun bestaansreden een onzeker politiek doel moest dienen? Hun geest wordt vervuild door de restanten van een oorlog. Stel dat het fragiele politieke evenwicht in de regio verstoord geraakt? Zullen zij bereid zijn om de wapens op te pakken om hun ‘moederland’ te verdedigen? Voorlopig is dit niet aan de orde, de oorlog is nog gewoon een speelzone.

De Brits-Zweedse fotografe Anastasia Taylor-Lind maakte een pakkende reportage over de vrouwen en hun gezinnen ter illustratie van deze politiek met als titel: ‘The National Womb: Baby Boom in Nagorno-Karabach’.

STROMEND WATER

Van overvloed is geen sprake, maar in de dorpen hebben mensen geen honger. Elk gezin heeft een eigen moestuin, kippen en schapen of koeien. Stromend water is wel bijzonder. De huizen hebben vaak enkel water via een leiding in de tuin. “Mijn kleinkinderen hebben water ín hun huis”. Onze gastvrouw, een vrouw van zevenenzeventig, blijft het herhalen. Voor deze grootmoeder is het een teken dat haar kleinkinderen het goed doen in de grote stad. Zij behelpt zich met een emmer en een kraan op haar erf. Zij woont in Vank, een dorp ten noorden van Stepanakert, hoofdstad van Nagorno-Karabach. De hoofdstad waarover deze vrouw spreekt is Yerevan, in Armenië.

Ooit bestreek Armenië een oppervlakte die vele malen groter was dan de Republiek zoals we ze vandaag kennen. Het moeten afstaan van de Ararat, die nu op Turks grondgebied ligt, was een harde dobber. Deze berg wordt door alle Armenen gezien als een nationaal symbool. Je vindt zijn afbeeldingen op de meest onverwachte plaatsen. Via Georgië kunnen gegoede Armenen een expeditie ondernemen om de Ararat te beklimmen. Zij die daar in slagen, worden thuis als een held ontvangen.

Armenië staat niet hoog op de internationale agenda. Het conservatisme staat niet onder druk van buitenaf. Traditionele denkbeelden worden amper uitgedaagd. Vernieuwingen van welke aard ook, worden weggestemd, monddood gemaakt. Zij die kunnen, of zij die niet anders meer kunnen, zoeken het buitenland op om zichzelf te zijn en te ademen. Maar er blijven nog activisten, queers, kunstenaars en journalisten achter die proberen op hun eigen manier het systeem uit te dagen. In de eerste plaats door niet te emigreren; een eenvoudige, maar moedige daad van verzet.

Plaats een reactie